In de singel hier vlakbij
heerst
de Fel-Ogige Zwartgevederde
de Vervaarlijk Witgehelmde
de Genadeloze Kleine Meerkoet.
De hooligan der binnenwateren is hij.
Sociopathische druktemaker mag ook.
De eenden, met hun
luid en
bedrieglijk argeloos
gesnater, die zijn
natuurlijk niets beter – de
mannetjes althans:
gangbangers immers, geeneen uitgezonderd en
ooit las ik dat
het koalabeertje
met zijn giftige pis de hand van
degene die ‘t zou
willen knuffelen krijsend
besprenkelt.
Knuffels? Kan koala
geen chocola van maken –
kan hij niet handlen –
wil koala niet.
Dommelen in de eucalyptusboom
in een stompzinnige roes tot
het zegenrijk onvoorziene eind zijner dagen
is’t enige wat koalaatje wil. Uw vertedering is
volledig verkwist
en wat te denken van
die ene chimp dan
die op een dag
een kwade dag
het gezicht van zijn
trouwe verzorgster afrukte
omdat iets hem even niet zinde?
Chimpansee boos
chimpansee haalt uit
zo is chimpansee
chimp heeft nooit begrepen
waarom iedereen ineens
waarom ook alweer
die bebloede, beaderde
lap huid in zijn knuist.
Chimpansee kwam in het nieuws,
chimpansee was toen al dood,
gedood – golven van protest.
Dieren morele adeldom
van heb ik jou daar toedichten,
ja, maar doet er een
iets afzichtelijks, nee, reken het
dat dan niet aan – instinktje, nietwaar?
Dieren, in harmonie met
Moeder Aarde enzovoorts
maar ik wil geen hond
of naaktslak of varken
of reiger of marmot
zijn, dank u beleefd, er lijkt me eerlijk gezegd,
en met alle respect natuurlijk,
niet zo vreselijk veel aan:
elke dag meer van
hetzelfde. Ik
koester daarom
de rijkdom van de
menselijke ervaring ik
zeg ik
koester de
rijkdom
van de menselijke ervaring.
Hulde aan Homo Sapiens.
Veel is geweldig en groots
maar niets is geweldiger dan de mens.
Die Sofocles, die wist wat,
en steriele dierenliefde,
containerliefde,
liefde voor alles
liefde voor alles
is ook niet alles
liefde voor alles
is liefde voor niets.
Jawel, geen destructiever dier dan het mensdier,
waar het komt neemt het extinctie mee
maar welk ander dier ligt hier wakker van
behalve het mensdier zelf?
Onze slachtoffers denken
niet zo over ons, denken
helemaal niet over ons,
vluchten voor ons,
zoeken bescherming bij ons
naar gelang de omstandigheden
en worden hiervoor gestraft of beloond
naar gelang de omstandigheden,
de hoofdschuldigen dat zijn dus
de omstandigheden
die ons hebben verheven tot vernietigers
maar ook hebben gemaakt dat:
als je één miljoen chimps
een telescoop in de poten drukt,
je daar in geen miljoen jaar
een relativiteitstheorie voor terugkrijgt
en als je één miljoen chimps met
een microfoon achter een piano plant,
je nog in geen miljoen jaar
een ballade van Nick Cave zult horen.
Een ballade van Nick Cave zult horen.
Nog in geen miljoen jaar
een ballade van Nick Cave zult horen.
De chimp
is het slimste beest
na de mens en
dat geeft te denken
want erg slim
is-ie niet.
De mens,
een door zichzelf onbegrepen
god,
een gevallen engel zo men wil,
de mens hoort niet op deze planeet,
deze planeet hoort niet bij de mens,
schitterend ongeluk,
evolutionair wanproduct,
oneindig minder duurzaam dan
de bacterie en
ook voorbestemd te worden overleefd door
de haai, primitief kraakbeenbeest
met dode poppenogen
simpel ontwerp maar net als
de AK47 een onverwoestbare
moordmachine en
dus al honderden miljoenen jaren
de oceanen in ongewijzigde gedaante
schrik en dood aanjagend.
Vermelden wij nog
de krokodil
die reuzereptielen
tientallen miljoenen jaren voorging
en tientallen miljoenen jaren
achter zich liet en
dus ook ons eonen
- ik zeg: eonen -
achter zich zal laten.
Laat de krokodil maar schuiven.
En wist je al van dat oersterke wormpje,
dat microscopische Tarzanwormpje,
‘beerdiertje’ luidt de naam,
dat het op de Maan
nog zou redden, en
misschien daar al is geland
want
als verstekeling in maanraket meegereisd?
Wij kwamen,
als hunnen
als hooligans
bewapend met grotesk uitgegroeide breinen
richtten wij in een oogwenk heel wat aan
maar gingen wij in een oogwenk ook weer heen en
niemand die ons zal betreuren omdat
niemand het waard is ons te betreuren,
enkel wijzelf.
De natuur zal beter af zijn,
beter af zijn zonder ons,
maar de natuur zelf
die zal dat wat,
alles zal haar wat,
die natuur die van voren niet weet
dat ze van achteren leeft.
Wel zullen andere
kortstondige halfgoden
lange tijd na ons
zich achter denkbeeldige oren krabben:
hoe in godesnaan is dit wormpje hier
ooit terecht gekomen?
Ach, als wormpjes konden spreken!
Maar ja
net als de eeuwigheid
die duffe suffe
doofstomme eeuwigheid
kunnen ze dat niet.
Het is alleen Homo Sapiens
gegeven
Het zwijgen van de schepping
te doorbreken
Hulde aan Homo Sapiens derhalve
Hulde aan ons
Hulde aan onze stem
Amen.
©Carl Stellweg
Comments
Post a Comment