Plakkaten en spandoeken, volgeklad met leuzen, en daarmee door de straten schuimen: schuldige huiver bevangt me, steeds als ik het zie. Laat die beker van het giftig groot gelijk aan mij voorbijgaan. Mijn halfslachtig gestel is er, vrees ik, niet tegen bestand. Opruiende samenzang, schouder aan schouder,allemaal leuk en aardig en hou vol jongens, we shall overcome and all that jazz, maar shit, is dat eventjes balen, toevallig moet ik net hier afslaan, deze fijne stille steeg in. Ho, wacht! Wees gerust! Ik, ja ook ik ben warm voorstander van vrede en gerechtigheid mondiaal. Dat jullie het weten. Welzeker zie ik daar de bewezen verdiensten van in. De kwestie is: geweld laat zich moeilijk managen. Ik ondervond het aan den lijve. Militair geweld, in zijn aard wanstaltig, het harde klikken van Kalasjnikovs, M-16’s, het diepe, slinkse ratelen van tanks, die draken zonder hoofd, hart of smoel. Bloedgevaarlijke woonwijken in puin leggen voor je land, zelfbescherming