Niemandsland. Negorij. Nergenshuizen.
End of the line.
Plek waar je
‘nog niet dood gevonden wilt worden,’
precies....
Stuk voor stuk te krasse typeringen
en stereotyperingen
voor wat geen enkele typering
of stereotypering verdient,
voor wat ieder oordeel
en dus ook de taal ontstijgt
omdat het niet eens
faliekant erg is,
niet eens
onomwonden lelijk is.
Hier.
Hier? Hier ís geen hier. Hier is waar
je nooit pertinent geweest kan zijn.
Nooit pertinent moest zijn.
Maar waarom hier niet dood
gevonden willen worden?
Waarom niet ergens
in dit parkje,
bij de overdekte winkelpassage,
in plaats van zo mateloos geijkt
in een Venetiaanse gracht of zo?
Dat, dát zou pas poëzie zijn.
Niet in het sinistere la Serenissima,
maar in het eigen slome Spijkenisje,
voormalig vroom vissersdorp.
Dat is het soort raadsel
waar deze plek naar smacht,
dat is de poëzie die hier dringender dan wat ook
van node is.
Venetië? Dat kan het uitstekend zonder jouw kadaver
redden.
Verbeeld je maar niks. Geen doorgewinterde Venetiaan
die ervan opkijkt als hij het voorbij ziet drijven –
waar ze in Spijkenisse met elk
aangespoeld lijk blij zijn.
Ook met het jouwe.
©Carl Stellweg
Comments
Post a Comment