Ooit vond een hoofdredacteur van de landelijke krant waarvoor ik bijna een kwart eeuw heb gewerkt - ik noem hem bij de eerste letter van zijn voornaam: O. - dat ik naar Israël moest voor nieuwsreportages, ongeacht mijn zorgen over de geestelijke en lichamelijke gezondheid van mijn moeder, die op dat moment zeer afhankelijk van mij was.
'Jij begaat een ernstige professionele fout, en daar moet jij maar
eens goed over nadenken,' zei hij tegen mij.
Over intimidatie en 'onveiligheid' gesproken.
O.
zette mij en mijn moeder - die hij niet kende, met wie hij geen flikker te
maken had - onder onmenselijke druk. En hij wist het. Maar hij stond zelf onder
onmenselijke druk.
Na overleg met mijn moeder ben ik toch maar naar Israël - of beter: naar de Westelijke Jordaanoever - gegaan, heb daar fysiek tamelijk onveilige dingen gedaan (ik ben er samen met veel Palestijnen dag en nacht beschoten), heb er ervaringen opgedaan die mij hoe dan ook hebben verrijkt, schreef een reeks vlammende reportages, glorieerde, en kreeg bij terugkomst de complimenten van O., want die glorieerde natuurlijk ook even op dat moment, dankzij mij.
Let wel: anders dan De Wereld Draait Door met Matthijs Van Nieuwkerk, dreef de krant niet op O., het was eerder zo dat de krant functioneerde ondanks hem - enkele jaren later zou hij als hoofdredacteur afgaan door de zijdeur. Zijn gedrag was dus eigenlijk nog laakbaarder dan dat van Van Nieuwkerk, want hij presteerde zelf ondermaats als hoofdredacteur.
Zou ook een leuk verhaaltje zijn geweest in deze of gene
krant, niet?
Wat ik ermee wil zeggen is: zo is het leven bij 'de media'.
Een hogedrukpan. Mijn moeder zei later iets heel treffends: de krant is een
allesverslindend monster.
En ik dacht: dat is waar. Die krant vreet mij op. Dit werk, dit vak, vreet mij op. En niet alleen mij, natuurlijk. Leidinggevenden in het bijzonder. Maar kennelijk wilde ik er toch niets van missen, want anders - anders was ik wel wat anders gaan doen! 🙂 Heel simpel!
Niemand dwingt je om ergens te blijven werken waar het verschrikkelijk is. Een andere baan zoeken is moeilijk, leidt tot onzekerheid, lukt niet altijd, maar vaak wel, en verder is het leven vol onzekerheden en lang niet altijd rechtvaardig.
Maar waarom moet ik weg? kun je dan zeggen. Waarom gaat die rotbaas niet weg? In mijn geval gebeurde dat ook. De hoofdredacteur ging weg omdat de hele redactie hem uitkotste. Van Nieuwkerk ging niet weg omdat hij zo toonaangevend was, omdat De Wereld Draait Door zonder hem niet meer De Wereld Draait Door zou zijn. En als hij je dan niet pruimde, je het leven en werken onmogelijk maakte, dan had je gewoon je biezen moeten pakken, ander emplooi moeten zoeken. Dat andere emplooi had je ook zeker gevonden, met DWDD in je CV.
Als je bent gebleven, was het je kennelijk allemaal toch waard, en was je niet zozeer slachtoffer van Van Nieuwkerk, maar van je eigen ambitie. Of je had, met andere gegriefde collega's, tegen hem moeten opstaan. Zoals de redactie van de krant waarvoor ik werkte opstond tegen hoofdredacteur O.
Het probleem was natuurlijk dat Van Nieuwkerk te veel recht van spreken had. En juist omdát hij dat had, onaantastbaar was op grond van zijn kwaliteiten, moet hij nu van zijn sokkel worden getrokken.
Dat had eerder moeten gebeuren, maar dat wilde toen niemand, omdat te veel mensen profijt hadden van zijn kwaliteiten.
Wat er nu gebeurt is derhalve niets meer dan een laffe afrekening.
Afijn, de wereld van de televisie is een nog grotere beestenbende dan de wereld van de krant. Ik keur dit alles niet goed maar het is zo: in de journalistiek en media werken heel veel onaangename mensen, of mensen die door het vak onaangenaam worden. Ikzelf liet me ook niet onbetuigd, ontplofte ook wel eens - wanneer ik mij dat kon veroorloven, wel te verstaan. Want je hebt bazen, en daaronder weer bazen, en daaronder baasjes, en iedereen trapt naar beneden. Dat is helaas erg menselijk.
'Als je nog één keer zo'n stomme fout maakt, zorg ik ervoor dat het je nog lang zal bezuren,' siste ik ooit een brave, in mijn ogen niet al te snuggere
eindredacteur toe.
Wat zal ik zeggen? Ik herken mijzelf hier niet in, maar ik weet dat ik het heb gezegd. En ik heb mij er nooit voor verontschuldigd, want ik vond dat ik helemaal gelijk had. Het enige wat ik deed was de man later een complimentje geven toen hij iets wel goed had gedaan. En daarmee was de kou tussen ons uit de lucht. Ik denk niet dat ik hem blijvende geestelijke schade heb berokkend, en ik lees in de Volkskrant dat het soms ook een feest was met Van Nieuwkerk, dat hij kusjes op voorhoofden en aaien over de bol gaf.
Dat nuanceert het verhaal nogal, maar het wordt in één alinea afgedaan. Waarom? Terecht vraagt Van Nieuwkerk zich in een reactie af hoe een televisieprogramma vanuit zo'n bittere poel van ellende vijftien jaar lang zo'n groot succes kan zijn geweest. Precies hetzelfde vroeg ik mij af toen ik het artikel las.
'Slachtoffer' is tegenwoordig een veelgebruikt woord. Maar er zijn slachtoffers en slachtoffers. Niet elk slachtoffer is volkomen weerloos of onschuldig. Niet elk lijden hoeft door de hele natie te worden aangehoord. Wat ik in dit hele lange en nogal saaie artikel in de Volkskrant las, heb ik ook meegemaakt. En velen met mij. Niet in die extreme mate, maar ik herken er vrij veel in. Blaffen, tieren, totale onredelijkheid, op de man of vrouw spelen, pesterij, intimidatie, machtsmisbruik, natrappen, als voetveeg behandelen, kleineren, manipuleren, achterbaksheid, diepgeworteld cynisme, buitensporige eerzucht en ijdelheid - jazeker. En ook ik heb bij de bedrijfsarts gelopen, en heb ook wel eens een maand overspannen thuisgezeten.
Wat ik ook heb meegemaakt: arbeidsvreugde, verbondenheid met de mensen met wie je werkt, en gewoon een ontzettend interessante baan. En last but not least: ik heb verschrikkelijk veel gelachen. En van de onaardigste mensen heb ik soms het nodige geleerd, en
daar ben ik ze alsnog erkentelijk voor.
Het slachtofferschap van mensen die in het kielzog van een charismatische presentator deel uitmaakten van het succesvolste televisieprogramma van Nederland, is naar mijn vaste overtuiging betrekkelijk. En dat zeg ik ook omdat ik echte, weerloze slachtoffers namens de krant - dat allesverslindende monster - heb ontmoet: in de Gazastrook, op de Westelijke Jordaanoever, in Libanon, Bosnië, Albanië, Macedonië, Soedan, Algerije, Marokko, Kenia, Turkije, Iran, Pakistan, en nog een paar plekken die me even niet te binnen willen schieten. Mensen die nooit tien pagina's zullen krijgen in de Volkskrant. Of in welke krant ook.
Het allerlaatste woord is wat mij betreft aan Paul Haenen, zonder meer een wijs man:
Beste Carl, we hebben bij dezelfde krant gewerkt en ooit heb ik precies dat gedaan: ontslag genomen toen ik onder een chef moest werken die idiote eisen stelde aan zijn redacteuren en onaantastbaar was, omdat hij de betreffende redactie ‘uit een moeras’ moest trekken. Hij kreeg daarvoor carte blanche van de hoofdredactie.
ReplyDeleteIn het jaar na mijn vertrek ( ik bleef werken voor de krant als freelancer) kreeg ik tot drie keer toe telefoontjes van jonge, bevlogen en keihard werkende redacteuren die ziek thuis zaten en om raad vroegen. Ze hadden alles gegeven maar waren opgebrand en kapot gemaakt. Jonge redacteuren zijn de toekomst van de krant. Pas na het derde geval greep de hoofdredactie in en werd de chef op non-actief gezet. Eindelijk.
Ik ben het totaal niet eens met je dat je als jonge redacteur zelf verantwoordelijk bent voor het leed dat je wordt aangedaan door een tirannieke chef of presentator. Omdat je de keuze hebt om weg te gaan. Nee! Je hebt als jonge, beginnende journalist een ambitie die je dolgraag wil verwezenlijken, je grijpt iedere kans aan die je krijgt en je vindt dat je moet doorbijten en tot het gaatje moet gaan - hoe onredelijk en bot een chef ook kan zijn. Zelf vertrekken is geen optie want dan heb je gefaald…en je weet: voor mij zo tien anderen…
En zo kan een ongeschikte leidinggevende of een totaal over het paard getilde presentator met een meerderwaardigheidscomplex, eindeloos misbruik maken van jonge redacteuren.
Ik vind het een verademing dat deze praktijken nu eens flink aan de kaak worden gesteld en tiranniek gedrag niet langer wordt geaccepteerd. Ik hoop dat het voor de redacteuren die bij DWDD zijn doorgedraaid en uitgewist, een enorme opsteker zal zijn!
Joan, je schrijft: "Je hebt als jonge, beginnende journalist een ambitie die je dolgraag wil verwezenlijken, je grijpt iedere kans aan die je krijgt en je vindt dat je moet doorbijten en tot het gaatje moet gaan - hoe onredelijk en bot een chef ook kan zijn. Zelf vertrekken is geen optie want dan heb je gefaald…en je weet: voor mij zo tien anderen…"
ReplyDeleteDat is dus precies wat ik bedoel en schrijf: je bent slachtoffer van je ambitie. Er zijn meer kranten, er zijn meer media, er zijn meer manieren om gelukkig te worden. Er is ook iets voor te zeggen om simpelweg niet te pikken hoe je wordt behandeld, wat je ambities ook zijn. Het is maar wat je het belangrijkst vindt: dát is jouw keuze. En nare, onredelijke bazen zijn van alle tijden.
Maar er is een verschil tussen de ellendige chefs en hoofdredacteuren die wij hebben meegemaakt en Van Nieuwkerk. Die chefs en hoofdredacteuren 'waren' de krant niet, en de meesten vertrokken na een tijd. En vaak niet eervol. Van Nieuwkerk 'was' De Wereld Draait Door. Vandaar dat niemand wat deed. Hem nu aan de schandpaal nagelen is simpelweg te laat. Dat lef had je toen moeten hebben. Men heeft onder hem geleden, maar ook van hem geprofiteerd. Ik twijfel bovendien sterk aan het beeld dat in het artikel van hem wordt geschetst, al was ik er niet bij. Hij wordt voorgesteld als niets minder dan een psychopaat. Zou het echt? Tussen de regels door lees je dat het soms ook een feest was, dat hij ook aardig was, dat hij zich een keer huilend verontschuldigde. Ik heb de sterke indruk dat dit een onevenwichtig artikel is met maar één doel: de beul, maar ook de golden boy, 15 jaar lang bewierookt en aanbeden, moet nu hangen. Ik vind dat iets onsmakelijks hebben. Beste groet, Carl.
Beste Carl, ik kan me helemaal vinden in je betoog. Als het je niet aanstaat, moet je vertrekken, of medestanders vinden om gezamenlijk de misstanden aan de kaak te stellen. 'O' staat niet eens in het overzicht van hoofdredacteuren van de landelijke krant waarvoor ik achttien jaar heb gewerkt, over het algemeen met veel passie en plezier. Maar het was niet altijd feest...
ReplyDeleteBeste Rens, dank voor je reactie.
Delete