Midden
op de Erasmusbrug,
het is de mildste herfstavond ooit,
wanneer hij de pas inhoudt:
een imposant cruiseschip
ligt flonkerend aan de Wilhelminakade,
tien verdiepingen hoog of daaromtrent.
Hij
zou het best willen:
nu een hut boeken,
die varende stad beklimmen,
alleen. Zich in de
roezige, traag
voortdeinende massa
verliezen,
het gedweeë getij van
eenzaamheid in kuddeverband.
Mee met het varend droompaleis
naar om het even welke
havens en kusten, het
wrangzoete sprookje omhelsd.
Wegvaren,
nooit meer iets van zich laten horen:
daar af en toe over dagdromen,
op weg naar huis,
op weg naar het tere,
onwetende lief,
de Erasmusbrug af.
©Carl Stellweg
Comments
Post a Comment