Een willekeurige vensterbank, en daar zie ik hem. Natuurlijk is hij niet anders dan de anderen, maar natuurlijk sta ik toch stil, om hem eer te bewijzen, kijk hem aan, en hij knijpt zijn oogjes even dicht, kijkt vervolgens langs mij heen
Het zal eens een keer niet zo zijn dat mijn aanwezigheid hem bodemloos diep om het even is.
Biodiversiteitsvernietiger van achtertuintjes.
Uitvinder van de luiheid.
Teerbeminde van ons allen.
Volmaakt leeghoofdig heerser
over menig mensenhart.
Al in de oudheid knielden wij
voor jouw kleine genadeloze troon.
Het snoezigste kwaad, dat ben jij.
Jij bent onze troost, want
jij bent Schoonheid.
Jij bent ons ideaal, ons idool.
Slapen en slachten:
je killersleventje in een notedop.
Ach jij, teder doerakje.
Blijf wat je bent. Jij bent helemaal
wat je bent. Het ondeelbare zijn is
wat je bent.
Dolce far niente e assasinare zou passen
op elke kattengrafsteen die slechts weinigen
van jouw soort beschoren is
omdat we je meestal toch
als een kreng wegdoen
wanneer we niet meer met je onwillige lijfje kunnen kroelen,
wanneer je niet meer met je lieve lege blik naar ons opkijkt,
wanneer we je adem niet meer horen,
wanneer je, als elk klein dier, gewoon armzalig dood bent.
Comments
Post a Comment