Stel je voor: klein eiland
van regen en wind
diep in de Noordzee,
meer schapen dan mensen,
meer mensen dan bomen
Drie uur varen
twee keer per week
met goed weer
Langs de eenbaansweg met kuilen
een oude, godverlaten keet
Eenvoudige vraag:
waarom zo'n bouwsel daar?
Zeg, wat is dat voor keet?
En wat dacht je? Geen
sterveling die het weet.
Heeft ook een keet een soort van bestaan?
Wie bevolken dat dan, behalve schapen,
herders, tractoren, konijnen, meeuwen
die komen rusten op zijn gammele dak?
Hebben ooit in de keet
geen jongen en meisje gevreeën,
heel stiekem gevreeën,
jongen en meisje die allang zijn vertrokken
naar een wereld vol kleur en
beweging, gedroomde wereld
van handel en winsten en
fortuin dat bleef groeien,
van bezit en van aanzien en
succesvol kroost met titels en
sterke liefde van echtelieden die
de mooie oude glans der jaren verdiende?
Misschien zijn ze ellendig getrouwd
in een vergeten provinciestad
en drijven ze daar een schamele nering
of beulen ze zich dag en nacht af
in de lijmstank van een eigen bedrijfje,
lampenkappen van varkensblaas, iets van dien aard en
nee, dat hadden ze allemaal niet kunnen
denken die nacht, die liefdesnacht in
die lekkende keet, die schuldige keet,
keet der verdoemenis
waarvan niemand verder iets weet.
©carl STellweg
Godsamme! Prachtig.
ReplyDeleteR
Dank! Wij doen ons best.
ReplyDelete